Najaarssalon Pulchri weer een bont geheel

A0 Paper (118x84x2cm)

Den Haag Centraal

01 oktober 2010

Door Egbert van Faassen

In 1870 won Hendrik Willem Mesdag een gouden medaille op de Parijse Salon voor zijn 'Branding van de Noordzee', waarop precies dat te zien is met ver weg op de achtergrond een scheepje en enkele meeuwen in een wijkende lijn. Het schilderij hing daar direct naast een vergelijkbaar onderwerp, de 'Mer Orageux' van Gustave Courbet, die door de jury werd gepasseerd ten gunste van een toen in Parijs volslagen onbekende laatbloeier, die ook door de Haagse schilders als niet meer dan een amateur werd beschouwd Vanaf dat moment werd Mesdag in Den Haag gevierd en kon hij hoge prijzen voor zijn zeegezichten vragen. Met dat geld - of met wat zijn investeringen in vastgoed opbrachten - liet hij Pulchri bouwen. Een echt huis voor tentoonstellingen met de mooiste 19de-eeuwse zalen met bovenlicht, speciaal ontworpen om schilderijen goed uit te laten komen. Het idee van een salontentoonstelling is eenvoudig, alle deelnemers zenden een werk in, het wordt zo goed en kwaad als het kan opgehangen en dat is dat. 19de eeuws als de Salon is. Pulchri is de plek om deze manier van tentoonstellingen maken te continueren. Vanzelfsprekend leidt het concept tot een bont geheel. Er zijn in deze expositie welgeteld 378 inzendingen. De inríchters hebben wel degelijk hun best gedaan om deze enigszins overzichtelijk te presenteren. In de grote Mesdagzaal zijn alleen figuratieve schilderijen gehangen. de Hardenbergzaal is gewijd aan sculptuur. De Weíssenbruchzaal is voor de abstracte schilderijen en dan worden in de kleinere zalen die werken getoond, die kennelijk niet waren te categoriseren. Goed geprobeerd, maar onbegonnen werln de kunst van nu is zo veelvormig dat categoriëen eigenlijk geen zin meer hebben. In de 'abstracte' Hardenbergzaal springt eigenlijk alleen Pim Piers bijdrage (nr. 64) er uit. Hij combineert star neergezette woorden met heldere kleuren en een nogal nadrukkelijke penseelstreek. Hij zou concurrentie hebben kunnen krijgen van Ton van Kints. wiens bijdrage (nr. 2) in de met van-alles-wat ingerichte Klinkenberggalerie terecht kwam. Dat is wel begrijpelijk, omdat het een monochroom schilderij is met fysieke breuklijnen - het heeft dus ook kenmerken van een reliëf zodat het aan elke indeling ontsnapt. Deze twee kunstenaars zijn zich tenminste bewust van wat er op het gebied van de voorstellingsloze schilderkunst al gedaan is. Een regelrechte Stijl-imitatie (nr. 49) uit 2009 - dat kan echt niet meer. Een herneming van de latere Kandinsky (nr. 72) waaruit niet bijzonder veel eigen vormwil spreekt kreeg de titel 'Ik wil het. ik doe het!'

Ondergedompeld.
Er bestaat iets als hersenloze abstractie. Na daarin te zijn ondergedompeld is het wel fijn om naar 'lekkere' schilderijen te kijken van schilders die hun eigen passie volgen. Judith van Bilderbeek (nr. 9) schilderde een interieur vanuit een liggend perspectief - de plafonnière deelt de hoofdrol met een door verwrongen luxaflex afgedekt raam: 'Valslicht' Marieke Bok's 'Yomet van Willem D.' (nr. 31). geschilderd op een smal en hoog formaat, beeldrijmt onbedoeld maar wonderwel met Lohn van 't Slot's mooie portret van een geresigneerde Pierrot tegen een donkere achtergrond (nr. 35). Dat de beeldhouwltunst een eigen zaal kreeg. had niet gehoeven. Veel vloeroppervlak blijft nu ongebruikt terwijl sommige beelden misschien wel wat meer ruimte hadden kunnen hebben. Mij viel een 'Model kimono' (nr. 93) op van Arja van den Berg. Haar werk is zo vriendelijk en lijkt zo vanzelfsprekend, dat je makkelijk vergeet hoe knap en veelzijdig het is. Het beeld stelt een zittende vrouw voor, waarbij niets meer te zien is dan wat de titel vermeldt. Waar elke beeldhouwer mee te maken heeft, is de vraag hoe hij zijn beeld op vloer of sokkel laat steunen. Hier meer over zeggen zou zijn als een goede grap dood laten vallen door hem uit te leggen. Ga dus zeker kijken. De bijdrage van Kim De Ruysscher (nr. 91) wiens knappe en bedrieglijk realistische uit marmer gehakte beelden afgelopen zomer ook al op het Voorhout en in Pulchri werden getoond, werd bekroond met Van Ommeren-de-Voogdprijs: een blad papier van ongeveer A4-formaat met enkele bollingen. Ook heel geestig, vind ik, maar ik keek er eerst overheen.
 

Artwork

A0 Paper

Related exhibitions

Najaarssalon Pulchri Studio